Opleidingsvorm 3 biedt algemene, sociale en beroepsgerichte vorming, zodat jongeren zich later kunnen integreren in een gewoon leef- en werkmilieu.
Zaveldal biedt deze opleidingsvorm aan voor leerlingen van 12 tot 23 jaar met een attest type basisaanbod (leerlingen met ernstige leerstoornissen of een licht verstandelijke beperking) of type 3 (gedrags- en emotionele stoornissen).
Werken in het atelier staat centraal. De leerlingen leren de basistechnieken van elk beroep. Tijdens de laatste twee jaar zijn de stages in bedrijven heel belangrijk.
Hoe maakt Zaveldal de opleidingen zo realistisch mogelijk?
- We zorgen altijd voor een link met de praktijk.
- We bereiden een arbeidstraject voor tijdens de laatste 2 jaar van de opleiding.
- We helpen iedere leerling om werk te zoeken na de opleiding.
OV3 op Zaveldal is opgedeeld in 3 fasen : observatiejaar - opleidingsfase - kwalificatiefase
1) Observatiefase: 1ste jaar
Tijdens dit observatiejaar maak de leerling uitgebreid kennis met de verschillende basisopleidingen die de school aanbiedt.
Hij of zij krijgt zowel algemene vakken als praktijkvakken.
- Algemene vakken = Geïntegreerde Algemene en Sociale Vorming (GASV)
Op een heel praktische manier leer je rekenen, taal en maatschappelijke vorming. Daarnaast volg je lessen rond sociale vaardigheden, ontwikkel je ICT-competenties en ontdek je jouw creatieve talenten. Ook sport en godsdienst of zedenleer behoren tot de ‘algemene vakken’.
- Praktijkvakken = Beroepsgerichte Vorming (BGV)
In de lessen BGV maak je kennis met de verschillende basisopleidingen en beroepen. Misschien weet je nog niet wat je later wil gaan doen? Deze lessen geven je zicht op de mogelijkheden. Op het einde van de observatiefase maak je een keuze voor de basisopleiding die jou het beste ligt.
Bij Zaveldal kan je kiezen voor de opleiding Basis Organisatie en Logistiek.
2) Opleidingsfase: 2de en 3de jaar
Na het eerste jaar kiest de jongere samen met de school een opleiding. Tijdens het 2de en 3de jaar leert hij of zij de eerste stappen van het beroep. De leerling krijgt vooral praktijkvakken, maar ook nog algemene vakken. Zo leert hij of zij wat je nodig hebt in het dagelijkse leven.
Op het einde van de opleidingsfase maak je een bewuste keuze voor een beroepsopleiding waarin je je gaat specialiseren in de kwalificatiefase.
3) Kwalificatiefase: 4de en 5de jaar
Na de opleidingsfase gaat de jongere over naar de kwalificatiefase. Hij of zij beheerst dan al heel wat vaardigheden dankzij de vorige opleidingsjaren.
Je krijgt in deze fase ook algemene vakken en praktijkvakken.
- Bij de algemene vakken ligt de focus sterk op wonen, werken, samenleven en vrije tijd met bijvoorbeeld thema’s als solliciteren, werk zoeken, rijbewijs, op eigen benen staan, bank en gemeente, werking van mutualiteit, zelfstandig gaan wonen , ...
- In de praktijkvakken leer je alles wat nodig is om je te specialiseren in jouw gekozen beroep.
- Tijdens de stages in een echte werkomgeving word je helemaal klaargestoomd voor de arbeidsmarkt. Wat de jongere leerde tijdens de praktijkvakken in de opleidingsfase leert hij of zij toepassen in de echte werkomgeving via stages. Als de jongere slaagt ontvangt hij of zij een kwalificatiegetuigschrift. De jongere kan hierna gaan werken of nog een extra jaar volgen om de kans op werk te vergroten.
Vanaf het schooljaar 2023/2024 wordt er in de kwalificatiejaren de opleiding winkelmedewerker en magazijnmedewerker (niet duaal) aangeboden.
Nieuw: ook duaal leren in de kwalificatiefase (vanaf het schooljaar 2023-2024)
Bij duaal leren, leer je op school én op de werkplek. Tijdens minstens 20 lesuren per week leer je een beroep in een bedrijf. Hiervoor ontvang je maandelijks een loon. Je doet werkervaring op en krijgt aan het einde van een geslaagd traject een kwalificatiegetuigschrift. Hierdoor vind je makkelijker een baan. Duaal leren kan vanaf het eerste jaar van de kwalificatiefase.
4) integratiefase
Wilt de jongere na die 5 jaar de kans op werk nog vergroten? Dan kan hij of zij een extra jaar volgen: de integratiefase. Dat kan door een extra jaar te volgen, de alternerende beroepsopleiding of ABO. Per week volgt de jongere 2 dagen les op school en loopt hij of zij 3 dagen stage. Deze opleiding kan de jongere volgen tijdens zijn of haar wachttijd bij de VDAB.
5) Wat daarna?
Na het behalen van het kwalificatiegetuigschrift en eventueel het volgen van een ABO-jaar kan de jongere gaan werken.